Het prijsplafond voor energie gaat op 1 januari in. Vanaf die datum betaal je 1,45 euro per m3 gas en 40 eurocent per kilowattuur elektriciteit, tot je het prijsplafond hebt bereikt. Dat prijsplafond zou moeten gelden tot een verbruik van 1200m3 gas en 2900 kWh stroom per jaar, maar dat blijkt in de praktijk vaak niet het geval.
Het kabinet heeft altijd gezegd dat Nederlandse huishoudens in 2023 tot 1200 kubieke meter gas en 2900 kilowattuur (kWh) elektriciteit mogen verbruiken tegen het verlaagde tarief van 1,45 euro per kuub gas en 0,40 euro per kWh elektriciteit.
Energieverbruik per dag
Uit de regeling voor het prijsplafond die het kabinet heeft opgesteld, blijkt echter dat dit plafond niet per se geldt voor het hele jaar. Dat komt omdat het rekenmodel dat het kabinet gebruikt niet uitgaat van een maximum energieverbruik per jaar, maar een maximum energieverbruik per dag.
Daarbij houdt het model rekening met het feit dat huishoudens in de winter meer energie verbruiken dan in de zomer. Op (verwachte) koude dagen mag je daarom relatief veel energie verbruiken tot je aan je dagplafond zit; tijdens de periode van bijvoorbeeld de zomervakantie weer stukken minder.
Rekenvoorbeeld
De datum van je jaarafrekening bepaalt vervolgens of je moet bijbetalen. Stel, je krijgt je eindafrekening op 28 april. Om onder het prijsplafond te blijven van 1,45 euro voor een kuub gas en 0,40 euro voor een kWh elektriciteit, mag je in de periode van 1 januari tot en met 27 april maximaal 647 kuub gas afnemen en 1074 kWh stroom.
Een huishouden dat in die periode 800 kuub gas heeft verbruikt en 1300 kilowattuur stroom zal dan al 153 kuub en 226 kWh tegen de peperdure martkttarieven moeten afrekenen, ondanks dat ze nog onder de verbruiksgrenzen voor een heel jaar zitten.
Dat geldt ook als het huishouden in de periode erna rustig aan doet en zo over een heel jaar 1200m3 gas verbruikt en 2900 kWh stroom.
Omgekeerd werkt het precies hetzelfde. Een huishouden dat in de periode vóór de jaarnota zuiniger is geweest dan het rekenmodel voorspelt, mag de niet gebruikte kuubs niet meenemen naar de rest van het jaar.
Stel dat ons rekenvoorbeeld maar 400 kuub gas verbruikt in de periode tot en met 27 april. Op dat moment vervalt 247 kuub gas onder het prijsplafond. Die kubieke meters gas mogen in de periode na 27 april niet alsnog tegen het lage tarief worden opgestookt.
Alleen mensen die toevallig op 1 januari hun energiecontract hebben afgesloten, krijgen dus niet met deze verdeling te maken. Ook voor huishoudens die lage markttarieven betalen, omdat ze nog een meerjarig contract hebben lopen, zullen de gevolgen van het rekenmodel beperkt zijn. De tarieven die zij bij verbruik boven hun prijsplafond moeten afrekenen, zullen immers lager liggen.
Volgens het ministerie van Economische Zaken is het opdelen van het jaar bij de eindnota noodzakelijk, om boekhoudkundige redenen.
Dit artikel is overgenomen van RTL . Daar vind je ook een rekentool om uit te rekenen hoeveel je mag gebruiken tot / vanaf de datum dat je (variabele) contract verloopt.