Er wordt steeds meer zonnestroom opgewekt en op het net gezet. Dat is natuurlijk een mooie duurzame ontwikkeling. Als de zon schijnt is daardoor de stroom goedkoop. Energiebedrijven kopen en verkopen die stroom aan anderen. Ze krijgen daar ’s zomers een lage prijs voor (soms moeten ze zelfs betalen). Ook wijkt het aanbod soms af van de verwachting en de vraag. Deze onbalans moet worden gecorrigeerd met het bij- of afschakelen van (dure) gascentrales.
Men wil meer naar een situatie waarbij de opgewekte zonnestroom niet op het net wordt gezet, maar direct door uzelf wordt gebruikt of wordt opgeslagen in accu’s. Dus bijvoorbeeld de wasmachine aanzetten als de zon schijnt.
Om dit te stimuleren gaan steeds meer energiebedrijven kosten in rekening brengen voor stroom die in de zomer wordt aangeboden door panelenbezitters. Ze hanteren hierbij allemaal verschillende methodes en tarieven. Dit maakt het voor mensen met zonnepanelen steeds lastiger om tarieven met elkaar te vergelijken.